We will be phasing out support for your browser soon.
Please upgrade to one of these more modern browsers.

Logo

Groei en oogst

Eigenlijk is een champignon de vrucht van een veel groter gewas dat onder de grond groeit en dat we een schimmel noemen. Een uitgebreid netwerk van draden waar vruchten aan groeien zodat de schimmel zich voort kan planten. Die vruchten zijn de paddenstoelen die we kunnen zien en eten. In de herfst groeien deze vruchten in het wild, maar gelukkig is het in kweekruimtes van de Nederlandse telers altijd herfst zodat we het hele jaar door van verse champignons en andere paddenstoelen kunnen genieten. Hoe kweken precies gaat, lees je hieronder.

Growth animatie

Waar komt de compost vandaan?

De compost waar champignons op geteeld worden, wordt ook wel substraat genoemd. Het is het ideale bedje voor de paddenstoelen waar alles inzit dat ze nodig hebben. Aan het maken van het substraat wordt dan ook veel aandacht besteed. De grondstoffen zijn in Nederland eigenlijk altijd paardenmest, kippenmest, stro en gips. Deze schone, organische materialen zijn bij ons namelijk ruim voor handen. Maar in Azië gebruiken ze bijvoorbeeld rijststro en in Amerika hooi.

Allereerst worden de grondstoffen in de juiste verhouding met elkaar gemengd en vochtig gemaakt. Dit mengsel gaat in een speciale ruimte waar het wordt belucht zodat het kan gaan composteren. Daar komt veel warmte bij vrij. De temperatuur kan na 6 dagen wel oplopen tot 80°c. Het mengsel wordt dan naar een tunnel met het ideale klimaat gebracht voor verdere compostering. De temperatuur wordt tussen de 45° en 50°c gehouden en er wordt zuurstof toegevoerd; de optimale condities voor schimmels en vooral voor de champignon.

Na 5-6 dagen is de compost de ideale voedingsbodem voor de champignon geworden. De compost wordt dan afgekoeld naar de temperatuur waarbij de champignon optimaal kan groeien, zo’n 25°c. De compost wordt nu uit de tunnel gehaald en geënt met de schimmel waar de champignon straks uit gaat groeien: het champignonmycelium. Hierna gaat de compost in een volgende tunnel, waar het mycelium ruim 14 dagen de tijd krijgt om zich goed te verspreiden en klaar is voor de telers.

GroeiIn vijf weken van niets naar vers geoogste champignons

Bij de champignontelers groeien de champignons in speciale, donkere ruimtes die cellen heten. Elke cel heeft een cyclus van vijf weken van het vullen van de bedden met compost tot de laatste oogst.

Week 1: een gespreid bedje

Bij de telers wordt de doorgroeide compost uitgespreid in lange bakken, de bedden. Deze staan in de cellen. Bovenop de compost komt een laagje dekaarde dat het vocht in de compost houdt. Maar er is nog meer vocht nodig. In elke cel wordt er in zes dagen 20 tot 25 liter water per m² gesproeid. De eerste twee dagen krijgen de bedden 6 liter, de derde en vierde dag 4 liter, 2 liter op de vijfde en 1 liter op de zesde dag. Hierna krijgt de schimmel twee dagen de tijd om door te groeien tot bovenop de dekaarde.

Week 2: de herfst is begonnen

Om het echt herfst te laten worden, wordt de temperatuur in de cel in vier dagen verlaagd van 21ºc naar 19ºc. Het mycelium begint nu knopjes te vormen, het begin van de champignons. Met de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid kan de knopgroei beïnvloed worden. Een lage luchttemperatuur en luchtvochtigheid zorgen voor meer knoppen en daardoor kleinere champignons. Bij een hogere luchttemperatuur en luchtvochtigheid komen er minder, maar wel grotere champignons.

Wist je dat een champignon eigenlijk de vrucht van een schimmel is?

Week 3: er kan geplukt worden

Nu kan de eerste oogst starten. Elke dag worden de grootste champignons geoogst waardoor de kleinere ruimte krijgen om verder te groeien. De plukkers staan op elektrische karretjes die langzaam langs de bedden rijden. Het plukken zelf gebeurt met de hand. Dit is erg arbeidsintensief maar is de beste garantie om de champignons onbeschadigd en zonder restjes aarde van hun bedjes te halen. Zo komen er geen bruine plekjes op de mooie witte champignons. Gemiddeld oogst een plukker tussen de achttien en de dertig kilo champignons per uur. Hij of zij haalt de champignon met een draaiende beweging uit zijn bedje en snijdt vervolgens de onderkant van het steeltje af; het voetje. De plukkers sorteren de champignons meteen op kwaliteit, gewicht en grootte en leggen ze in de bekende blauwe bakjes.

Er wordt ook wel volledig machinaal geplukt en dat kan wel 6000 kilo per uur opleveren. De machinaal geoogste champignons zijn voornamelijk bestemd voor bijvoorbeeld sauzen of voor op een pizza. Deze verwerkte champignons zijn vooral in Duitsland erg populair. Na de eerste vlucht wordt er weer water gesproeid om voldoende vocht in de bedden te brengen voor verdere groei.

Wist je dat in Duitsland vooral verwerkte champignons populair zijn, terwijl Nederland echt een ‘versland‘ is?

Week 4: de tweede oogst

De oogst van de derde week wordt wel de eerste vlucht genoemd en in week vier is het tijd voor de tweede vlucht. Dit neemt vrijwel de hele vierde week van de cyclus in beslag. Tot de bedden helemaal kaalgeplukt zijn.

Na de herfst komt de winter

Om de kwaliteit en de versheid van de champignons te garanderen, worden ze direct na de pluk op een koele plaats bewaard bij een temperatuur tussen de 0 en 4ºc en een luchtvochtigheidsgraad van ±95%. Ook tijdens het transport worden deze omstandigheden constant gehouden. Zo komen de champignons op hun best aan op hun bestemming.

Week 5: haal de bedden maar af

Het is tijd voor de grote schoonmaak. De cel wordt eerst gestoomd om alle nog aanwezige schimmels te doden zodat er in de volgende cyclus geen ziektes ontstaan. Tijdens het stomen is het in de cel acht uur lang 70 graden. Na het doodstomen worden de bedden leeggehaald. De schone compost is heel goed bruikbaar als natuurlijke mest en vindt zijn weg naar bijvoorbeeld groentetelers. De lege cel wordt nog eens grondig schoongespoten met water en is klaar om weer gevuld te worden.

Duurzaam en schoon

Ook in de champignonwereld heeft duurzaam ondernemen de volle aandacht. En met succes. Nu moeten we er eerlijk bij zeggen dat champignonteelt van nature al een milieuvriendelijke sector is. Er wordt bijna uitsluitend gebruikt gemaakt van het restmateriaal uit andere sectoren. Zo is stro een bijproduct van graanteelt, gips van de productie van kunstmest en paarden- en kippenmest is natuurlijk overduidelijk een restproduct. Alleen voor het veen, een onderdeel van de dekaarde, is helaas nog geen alternatief gevonden.

Daarnaast is er veel aandacht voor het gebruik van groene stroom, het recyclen van afvalwater en voor milieuvriendelijker verpakkingen. Omdat de champignontelers zeer hygiënisch en geordend werken, is er tijdens de groei van de paddenstoelen geen bestrijdingsmiddel nodig. Dat houdt de paddenstoelen vrij van schadelijke stoffen, maar ook de compost waarop ze groeien. Deze is na de teelt dan ook een geliefde grondverbeteraar in de land- en tuinbouw.

Wist je dat er hard gewerkt wordt aan een volledig composteerbaar bakje van palmvezels ter vervanging van het blauwe bakje?